DE AUSTRALIAN LABRADOODLE

 

Aan het eind van de 80er jaren kreeg een Australische hulphonden vereniging een aanvraag voor een hulphond voor een blinde vrouw met allergische klachten. Helaas hadden ze hiervoor geen passende oplossing. Men onderzocht de mogelijkheid of er een ras was te fokken die geschikt zou zijn als hulphond maar tevens geen problemen veroorzaakte bij voor mensen die een allergie hebben voor honden. Door middel van een kruising tussen een Labrador en een uit Zweden geïmporteerde poedel werd door Dhr. Wally Conran een nieuw ras gefokt. Hij doopte zijn kruisingen “Labradoodle”. De Australische hulphonden vereniging heeft in een verdere samenwerking met Mevrouw Angela Rutland-Manners verder geëxperimenteerd en uiteindelijk met inkruisingen van enkele andere rassen de Australian Labradoodle wereldwijd geïntroduceerd.

 

De Australian Labradoodle is een vrolijke en energieke hond. Gemakkelijk te trainen, maar die training is ook zeker aan te raden. Ze zijn zachtaardig, lief voor mens en dier en rustig in huis. De Australian Labradoodle heeft een vriendelijk, sociaal karakter en daarbij een allergie vriendelijke vacht, die geen rui-periode kent. Kortom; de Australian Labradoodle is een ideale familiehond en uiteraard niet alleen voor mensen met een allergie voor honden.

De Australian Labradoodle heeft een atletisch, gracieus en compact voorkomen en beweegt zich erg gemakkelijk. Een Australian Labradoodle is erg graag in het gezelschap van mensen, maar kan ook goed een paar uur alleen zijn.

 

Australian Labradoodles zijn er in 3 maten:

  • Mini:           met een schofthoogte van 35-43 cm en een gewicht van 10-15 kg
  • Medium:    met een schofthoogte van 43-53 cm en een gewicht van 15-21 kg
  • Standaard: met een schofthoogte van 53-63 cm en een gewicht van 21-42 kg

 

Australian Labradoodles kunnen 2 soorten vacht krijgen, krullend (curly fleece of wolvacht) of golvend (fleece vacht). Voor beide soorten vacht geldt dat de vacht goed onderhouden moet worden. Elke dag de vacht kammen is een pré en daarbij is het gebruik van een waterblazer zeker aan te raden. Ze verliezen dood haar en dat haal je met het kammen uit de vacht. Op de leeftijd van 8 tot 14 maanden verliezen de honden hun puppy haar en krijgen ze hun volwassen haar er voor terug. Ook dienen ze regelmatig gewassen te worden en ook daarbij is de waterblazer heel handig om ze sneller te kunnen drogen.  Op jonge leeftijd moet de Australian Labradoodle al wennen aan het kammen en daar hoort ook het bezoek aan een trimsalon bij. In het begin gaan ze bij de trimsalon op tafel voor kammen en na verloop van tijd kan de hond dan rustig staan om getrimd te worden